Zussenliefde
Al vier jaar begeleid ik voor Familysupporters Maas en Waal vanuit de WMO de 86-jarige Klaartje. Ze heeft geen gemakkelijk leven achter de rug. Vanaf haar vijftigste kampt ze met diverse chronische gezondheidsproblemen. Ze is – ook letterlijk - getekend door een paar zware operaties vanwege aangezichtskanker. Ze heeft twee zonen en een dochter tussen de 50 en 60 jaar en twee kleinkinderen. Haar dochter en schoondochter zorgen en bekommeren zich het meest om haar. Haar zonen zou ze graag vaker willen zien. Na het overlijden van haar man, ruim 20 jaar geleden, was ze heel verdrietig. Ze huilde de hele dag. Volgens Klaartje konden haar kinderen daar moeilijk mee omgaan en ze schakelden de huisarts in. Die schreef toen, zoals Klaartje dat noemt ‘anti-huiltabletten’ voor. Die slikt ze nog steeds. Ze hoeft nooit meer te huilen maar lachen net zo min. Jammer, maar ze heeft er niet echt problemen mee. Het is goed zo.
Klaartje en haar drie jaar jongere zus Anneke zitten nu naast elkaar op bed. Ik maak er een foto van. Ze zien elkaar voor het eerst in vijf maanden vanwege een hersenbloeding van Anneke. Zij heeft haar eigen huis moeten opgeven voor een kamer in een verpleeghuis, een dorp verderop. De zussen zijn opgegroeid op een boerderij in een groot gezin. Al vanaf de lagereschooltijd moesten ze elke dag meewerken. Klaartje heeft het er vaak over tijdens onze wekelijkse gesprekken. Ze bewaart er niet echt fijne herinneringen aan. Ze deed het nooit goed in de ogen van vader. Meehelpen in de boerderijwinkel deed ze liever. Zo hoefde ze meteen de koeien niet te melken. Ze was bang van die grote dieren. Hoofdrekenen kan ze nog steeds als de beste. Hoe vaak heeft ze niet uit haar hoofd de opgeschreven boodschappen van de klanten opgeteld? Haar zus daarentegen werkte graag met de koeien. Was ze daarom het lievelingetje van haar vader?
Ze zijn elkaars tegenpolen. Klaartje is rustig, erg op zichzelf. Ze houdt van een schoon en opgeruimd huis, breien, televisiekijken en bijkletsen met mensen die een kopje koffie komen drinken. Ze is geen haantje de voorste, nooit geweest. Dat kan je van jongere zus Anneke niet zeggen. Die is het liefst onder de mensen, alleen zijn vindt ze moeilijk. Als kind haalde ze veel kattenkwaad uit. Vóór de hersenbloeding ging ze nog elke dag op stap, op bezoek bij vrienden en kennissen en op zoek naar koopjes en nieuws. Ze heeft altijd het hoogste woord en overal een mening over.
De twee kunnen niet zonder en niet mét elkaar. Een ding hebben ze gemeen: naar elkaar zijn ze zeer direct, zeggen precies wat ze van elkaar vinden. Dit gaat soms met de nodige stemverheffing gepaard, wat niet echt sfeer bevorderend is. Toen ik dit voor het eerst meemaakte schrok ik er behoorlijk van. Gelukkig hadden zij zelf van die heftigheid totaal geen last. Ze zijn niet anders gewend, zo zijn ze opgegroeid. Klaartje heeft van jongs af aan het gevoel dat haar jongere zus de baas over haar speelt. Ze weet het altijd beter, wil altijd gelijk hebben en bemoeit zich met het leven van Klaartje.
Nu zitten ze dan zusterlijk op Anneke’s bed. Klaartje was enorm geschrokken toen ze hoorde van de hersenbloeding van haar zus. De berichten waren ernstig. Dit gunde ze haar toch niet. Zou ze ooit nog kunnen lopen en praten? Zou ze nog naar huis kunnen en bij haar op de koffie kunnen komen? Ze zat er echt mee. In elk gesprek had ze het erover. Ik belde het verpleegtehuis om te vragen hoe het met Anneke ging, want door Corona was bezoek niet mogelijk.
Na versoepelingen mocht Anneke dan eindelijk bezoek ontvangen. Klaartje belde me op onze vaste afspraak dag al vroeg in de morgen op met de vraag of ik samen met haar op bezoek bij haar zus wilde gaan. Nooit eerder had ze de telefoon gepakt om iets aan mij te vragen en ik maakte een klein vreugdesprongetje vanwege het feit dat ze hulp vroeg.
Als ze elkaar weerzien vind ik het moeilijk in te schatten of Anneke haar zus herkent. Het gesprek verloopt stroef. Anneke’s spraak is deels hersteld maar het kost haar duidelijk moeite. Ze praat onsamenhangend, zoekt naar woorden. Als Klaartje een aantal mensen uit het dorp noemt die zijn overleden zie ik wel herkenning. Zo zitten ze een tijd met elkaar te babbelen. We krijgen een chocolaatje. Ik geniet van deze visite. Hoe mooi dat ik vanuit mijn werk voor Familysupporters dit kan en mag doen. Twee mensen herenigen die elkaar vijf maanden niet hebben gezien.
Onderweg naar huis vraag ik mijn cliënte wat ze ervan vond. Ze is blij en opgelucht dat ze op bezoek is geweest en met eigen ogen heeft kunnen zien hoe het met haar zus gaat. Het viel haar 100% mee. Ze had gedacht dat Anneke er veel slechter aan toe zou zijn. Met elkaar praten was wel moeilijk. “Maar nu kan ze gelukkig nooit meer de baas over mij spelen,” zegt Klaartje monter. Ze heeft daar lang op gewacht.
Persoonlijk begeleider Familysupporters Maas en Waal